Nieuws:Van Hamel-lezingen en boekenmarkt 2024

From A. G. van Hamel Foundation
    •  vr 
    • 22
    • nov
    • 2024
13.30-17.00
  • lezingen

Van Hamel-lezingen + boekenmarkt 2024

Datum bericht: 9 oktober 2024
Utrecht Drift 25 (zaal 002), 3512 BR Utrecht
  • georganiseerd door: Stichting A. G. van Hamel voor Keltische Studies

Drie Van Hamel-lezingen en een boekenmarkt


Wat hebben Van Hamel-lezingen en een boekenmarkt met elkaar gemeen? In ieder geval dat ze samen op vrijdagmiddag 22 november worden georganiseerd in hartje Utrecht. Een nieuw format die de kenners nog niet van ons gewend zijn.

Na de boekenmarkt hebben we maar liefst drie sprekers op het programma! Alle lezingen worden gehouden in het Nederlands.

Adres: Drift 25, zaal 002, Utrecht. De ingang is achterom via de Universiteitsbibliotheek (Drift 27).

De toegang is gratis!

Wie de Keltische studies in Nederland een warm hart toedraagt en het belangrijk vindt dat wij dit soort publieke evenementen in de toekomst kunnen blijven organiseren is van harte welkom om begunstiger te worden of een donatie over te maken.

13.30. Boekenmarkt

15.00. Lezingen

Joyce Voorrips
‘Een beestenboel in Vita sancti Elgari: Llandaff's positie onder druk van de Anglo-Normandische nederzettingen’
Het Leven van de Heilige Elgar the Kluizenaar (ook wel Elgar van Bardsey genoemd) is bewaard gebleven in Liber Landavensis ('Het Boek van Llandaff', Aberystwyth, National Library of Wales, MS. 17110E). Deze lezing zal zich richten op het gebruik van dieren in beschrijvingen van het landschap in dit heiligenleven, hoe deze dieren de status van genoemde landschappen verhogen en, indirect, hoe ze bijdroegen aan de status van het bisdom Llandaff zelf.
Reinoud Otten
‘Men dare not offer prayers for them: perceptions of suicide in early medieval Ireland’
Suicide is described in the Old-Irish Penitential as a sin for which men were not allowed to pray, yet there are examples in Early Irish narrative texts, such as Aided Chonchobair, Longes mac nUislenn, and Scéla Cano meic Gartnáin, which show self-inflicted deaths in a positive light. Conchobar willingly takes his own life, yet he is described as having a martyr’s death. Deirdre on the other hand is said to have committed a fierce, and heinous crime when she took her own life. This thesis aims to establish what the perceptions of suicide were in Early Medieval Ireland. There are two texts which are the focus of this thesis, namely a fourteenth-century gloss on an Early Irish Law text found in manuscript H 4.22, and an excerpt from the Old-Irish Penitential. The gloss describes suicide as a form of fingal (kin-slaying), which is condemned in all cases. The Old-Irish Penitential, on the other hand, does consider the motivation for which the suicide is committed. Those who commit suicide out of desperation or sadness, have committed such a grave sin that they could not be prayed for. An exception is provided for those who took their lives in a state of being dásachtach. This can be translated in different ways, but is interpreted in this thesis as ‘a state of irrationality’, or ‘possession by a demon or devil’. For a full understanding of these two sources the system of fingal in Early Irish law is discussed, as well as the origin of the perception of suicide as a sin in the Early Irish Church. By comparing the scarce Early Irish legal and canonical texts on suicide with narrative sources such as Aided Chonchobair, Longes mac nUislenn, and Scéla Cano meic Gartnáin it is possible to better understand the sources. This is done on the basis of the approach laid down by Robin Chapman Stacey.
Marieke Rotman
‘Het landschap van Tara als veelzijdig middelpunt: een analyse van tijd en ruimte in Muirchú’s Vita sancti Patricii
Tijd, ruimte en plaats spelen een belangrijke rol in teksten over heiligen, vooral wanneer heiligen betrokken zijn bij de bekering van gemeenschappen van het heidendom naar het christendom. Een locatie kan bijvoorbeeld al lange tijd geassocieerd zijn met het heidendom, maar na de bekering wordt deze geassocieerd met het christendom. Deze wisselwerking tussen tijd en ruimte wordt aangeduid met de term ‘chronotoop’ (letterlijk ‘tijd-ruimte’). Muirchú’s zevende-eeuwse tekst Vita sancti Patricii is een voorbeeld van zo’n wisselwerking. In deze tekst wordt het landschap van Tara in Ierland een centraal punt dat een verbinding legt tussen de tijd voor en na de komst van het christendom in Ierland. Muirchú verweeft verhalen uit de Bijbel met het verhaal van St. Patricks bekering van de druïden in Tara, waardoor lagen van chronotopische relaties ontstaan in het verhaal. Door Tara te vergelijken met bijbelse plaatsen zoals Gosen, Babylon, Jeruzalem en Rome, schetst Muirchú een veelzijdig beeld van Tara, wat uiteindelijk ook het beeld van St. Patrick beïnvloedt. Door gebruik te maken van de theorie van Robert Tally over het belang van ruimte in literaire studies en Mikhail Bahktins theorie over de onderlinge verbondenheid van tijd en ruimte in literatuur, wordt onderzocht hoe de chronotopen gerelateerd aan bijbelse tijd en plaats de interpretatie van Muirchú’s tekst vormgeven.